25 dagen: Het andere Colombia

Bogotá ligt op 2600 meter hoogte in de Andes, omringd door bergtoppen. Het is een moderne stad met een mooi oud centrum, La Candelaria.
De wijk is een aaneenrijging van koloniale huizen en smalle steegjes. Het kloppende hart van de wijk en de stad is het Plaza Bolívar, waar zich onder andere de kathedraal bevindt. Je vindt in de wijk ook 2 prachtige musea: het "Museo del Oro", waar je gouden objecten kunt bewonderen die tot de oorspronkelijke bewoners van Colombia behoorden en het museum van Botero, waar je niet alleen de schilderijen van de Colombiaanse meester kunt bewonderen, maar ook het werk van een aantal van de meest representatieve artiesten van de geschiedenis van de kunst van eind eeuw XIX. Bogotá staat ook bekend om zijn parken. In het Simón Bolívar Park worden in de zomer regelmatig openluchtconcerten gegeven.
In de wijk zijn vele muren bewerkt met graffiti. Vaak schitterende schilderingen waar al even mooie verhalen achter zitten.

Tijdens een bezoek aan Bogotá mag natuurlijk een bezoek aan Montserrate niet ontbreken. De kerk op de heuvel is niet alleen een beroemd bedevaartsoord, maar biedt ook een mooi uitzicht over de gigantische hoofdstad. Je kunt de top met een kabelbaan bereiken.
Op zondagen is de binnenstad van Bogotá autovrij. Veel bewoners van deze enorme stad bewegen zich dan te voet, per fiets of op skates door de stad, een enorm contrast met het hectische verkeer gedurende de rest van de week.
Een bijzondere excursie vanuit Bogotá voert naar Zipaquirá, waar mijnwerkers een complete kathedraal in de zoutmijnen hebben uitgegraven.

Deze stad is gegroeid dankzij de koffieproductie. Er woonden voornamelijk Spanjaarden in de stad die dateert uit 1849 totdat de universiteiten een grote rol innamen. Er zijn 6 universiteiten in de stad die bij elkaar zo'n 30.000 studenten opleiden. Dit maakt de stad een aangename en vooral levendige plaats. Manizales staat bekend als een culturele stad waar mens en cultuur mengen en een unieke combinatie opleveren.

Salamina is een nog heel authentiek stadje dat nauwelijks toerisme kent. Het stadje bevat typisch Colombiaanse koloniale architectuur inclusief de prachtige kerk. Vanuit Salamina kun je een bezoek brengen aan het Bosque de Palmas de Cera, een vallei vol prachtige waxpalmen.

Medellín is wat ons betreft een van de leukste plaatsen van het land. De stad heeft een aangenaam klimaat, met een gemiddelde temperatuur van 27 graden. Het heet dan ook de stad van de eeuwige lente.
Het oude centrum van de stad is heel mooi om door te wandelen, met parken, leuke winkelstraatjes en pleinen met mensen die muziek maken. Ook is er fraaie architectuur, soms zeer modern, en kunst, zoals de beeldentuin van Botero.
De wijk waar wij Europeanen ons helemaal thuis voelen is de wijk Poblado. De wijk is de afgelopen 10 jaar polulair geworden en hier vind je leuke terrassen, hippe barren en goede restaurantjes. Bovendien is de wijk ook ’s avonds zeer veilig.
De hotels die we aanbieden liggen dan ook in deze wijk.

Medellín natuurlijk ook de stad van Pablo Escobar: Bijna een kwart eeuw na zijn dood, is zijn legende springlevend. De drugsbaron duikt op in films, tv-series en popmuziek. In Medelllin bieden reisbureaus Escobar-excursies aan, die langs bekende plekken uit zijn leven en uit de films over zijn leven gaan. Maar Escobar is geen held meer en de periode wordt door de mensen uit Medellín nu als een zwarte bladzijde gezien.
Een leuke plaats in de omgeving om te bezoeken in de omgeving is Guatapé, een prachtig, kleurrijk dorpje dat in een gebied vol meren ligt. Een enorme rots torent boven het dorpje uit: El Peñol.

Het koloniale stadje Guatapé staat bekend om zijn meer met de grillige oevers, er zijn verschillende mogelijkheden voor een boottocht om ten volle van het meer te kunnen genieten. Langs het meer staat de monoliet El Peñol, een enorme, steile rots met honderden treden die je kunt beklimmen. Vanaf de top heb je een indrukwekkend uitzicht over het meer en de prachtige omgeving.
Guatapé ligt iets ten noorden van Medellin en kan dienen als daguitstapje vanuit de stad maar leent zich nog beter voor een verblijf van een paar nachten om te ontsnappen uit de drukte van de stad.

Het Reserva Natural Rio Claro is een privaat national park gelegen halverwege tussen Bogota en Medellin. Het is een plek die goed te bereiken is vanuit de steden maar je toch het gevoel geeft midden in de natuur te zijn. De accommodaties in het park zijn basic maar je komt hier dan ook echt voor de natuur. Je kunt hier wandelen, kanoën, dieren spotten, grotten bezoeken en nog veel meer. 

Zipaquirá ligt ongeveer anderhalf uur boven Bogota. Het plaatsje is wereldberoemd vanwege zijn bijzondere zoutkathedraal. Je daalt af in een oude zoutmijn waar ze nu de 12 statiën van christus uitgebeeld hebben. Hierna kom je in de daadwerkelijke kathedraal waar dagelijks ook een mis opgevoerd wordt. Deze plek wordt dan ook door veel vroome Colombianen bezocht. Voor de niet gelovigen is het toch de moeite waard omdat het gebouw alleen al indrukwekkend is.
In de omgeving van het stadje kun je in de zoutmijn van Nemocon meer te weten komen over de daadwerkelijke zoutwinning. 

Drie uur ten noorden van Bogota ligt het slaperige koloniale stadje Villa de Leyva. Een toevluchtsoord voor veel inwoners van Bogota. De mooie en goed bewaard gebleven witte huizen staan rondom één van de grootste en mooiste pleinen van het land; het Plaza Mayor. Het stadje wordt omgeven door flinke bergen die talloze mogelijkheden herbergen voor wat actie in de natuur. Er zijn veel hikingtrails uitgezet in de omgeving maar fietsen en paardrijden kan ook. Maak dan een stop bij een van de natuurlijk zwembaden; de Pozos Azules. Er zijn ook verschillende watervallen die de moeite waard zijn. In Villa de Leyva vind je ook een rariteit; het grootste Terracotta huis ter wereld. Op weg naar Villa de Leyva kun je de Zoutkathedraal van Zipaquira bezoeken of een stop maken bij het Laguna de Guatavita, een kratermeer waar je omheen kunt wandelen. 

Barichara is een van de mooiste, koloniale plaatsjes van Colombia. Sinds 1978 staat het sfeervolle dorp op de werelderfgoedlijst van Unesco. De straten zijn geplaveid met kinderkopjes en de huisjes bepleisterd met wit kalk en met een dak van rode dakpannen. Het dorp is zo goed opgeknapt dat het lijkt of de huisjes net gebouwd zijn. Aan het centrale plein ligt de “Catedral de la inmaculada Concepción“ een zeer mooie kathedraal. Vanaf het Parque Para las Artes heb je een prachtig uitzicht over de omringende vallei.

Vanaf het dorp kun je de historische Camino Real naar het gehucht Guane lopen. Het oeroude stenen pad is aangelegd door het volk van de Guane. De trail is 9 kilometer lang en duurt ongeveer 2 uur vanaf Barichara. De route is vooral bergafwaarts langs de rand van een canyon dwars door een cactusvallei. Let vooral op alle fossielen in het stenen pad. Terug naar Barichara neem je de bus of een tuktuk.

Girón ligt iets ten oosten van grote stad Bucaramanga en is een wereld van verschil. Het is een klein, koloniaal stadje met sfeervolle witte huizen. Rondom het Parque Principal liggen veel restaurantjes. Het stadje wordt door de gunstige ligging ten opzichte van de stad in het weekend door veel stedelingen bezocht.
Girón is een goede uitvalsbasis voor een bezoek aan de indrukwekkende Cañon de Chicamocha. De weg van San Gil naar bucaramanga grenst aan de kliffen van deze indrukwekkende cañon. Op 1 uur rijden ten noorden van San Gil ligt Panache, hier vind je een kabelbaan waarmee je helemaal kunt afdalen in de cañon, op het laagste punt ga je weer omhoog aan de andere kant van de Canon, eenmaal aangekomen op de top kun je uitstappen en wandelen. Je gaat dezelfde weg weer terug, trek mimaal een uur uit voor de tocht per kabelbaan nog los van het wandelen.
Een andere bijzondere manier om van deze cañon te genieten is om hier te gaan paragliden, je ziet het prachtige landschap onder je voorbij trekken, de kale flanken van de cañon en de hoge catussen tegen de blauwe lucht.

De eilanden San Andrés en Providencia horen bij Colombia maar liggen ten noorden van Nicaragua, op wel 800 kilometer uit de Colombiaanse kust. Deze twee tropische eilanden zijn een must voor de strandliefhebber. San Andres is het hoofdeiland dat per vliegtuig te bereiken is vanaf het vaste land, Providencia bereik je vanaf hier per boot.
San Andrés heeft aan de oostkant overal prachtige kleine strandjes en de kust wordt omzoomd door palmbomen. De westkant is vooral een duik en snorkelparadijs door de rotsige kust hier en de vele riffen. Het leukste dorp buiten het hoofdstadje is San Luis, hier zijn ook een aantal goede hotels, is een prettige breed strand en zijn leuke beachclubs met strandbarretjes in Jamaicaanse stijl.
Je verplaatst je over het eiland per golfkarretje of fiets en moet vanzelf wel onthaasten net als de lokale bevolking. Het water is echt azuurblauw en duiken en snorkelen zijn een must hier, het eiland heeft koraalriffen rondom. Je kunt ook de omliggende, onbewoonde eilandjes Johnny Cay en Islote Sucre ontdekken tijdens een heerlijke boottocht. 

Cartagena is zonder meer de mooiste stad van Colombia. Het koloniale centrum is geschilderd in een pallet van Caraïbische kleuren en bijzonder goed onderhouden.  
Binnen het ommuurde gedeelte van de stad worden deze huizen afgewisseld met pleinen vol terrassen. Vanuit elk restaurantje of barretje schalt de Colombiaanse muziek naar buiten.
Het is ook zeker aan te bevelen een bezoek te brengen aan het kasteel San Felipe en te gaan genieten van het uitzicht over de stad en omgeving vanaf het Convento La Popa. Cartagena ligt aan zee dus je kunt vanzelfsprekend een dagje naar de Caribische stranden aan de rand van de stad gaan. Vanaf Cartagena kun je een dagtour maken naar de prachtige Islas del Rosario.
In Cartegena kun je verblijven in het gezellige koloniale centrum, in soms prachtige boutique hotels, of aan een van de stranden, net buiten de stad.

Je vliegt weer terug naar Nederland.